Armoede in Nederland
Foto van 200 meter lange rij bij voedselbank in Amsterdam leidt tot ophef: ‘Verschrikkelijk’
Journalist Leonard Ornstein heeft op Twitter een foto geplaatst van een 200 meter lange rij die vanmorgen bij de voedselbank in Amsterdam-Oost stond.
De foto leidt tot ophef op social media. “Herinnert u zich de luxe ingerichte cruiseschepen met all-inclusive diner voor immigranten nog? Onze eigen mensen staan in een honderden meters lange rij voor de voedselbank,” schrijft Forum voor Democratie.
Journalist Joost Niemoller zegt: “Het land van Rutte.”

Om je rot te schamen
“Het resultaat van jarenlang afbraakbeleid in één foto. En dat in een ‘rijk land’ als Nederland. Het is echt om je rot te schamen,” twittert rechtsfilosoof Raisa Blommestijn.
Ook PVV-leider Geert Wilders reageert verontwaardigd. “Verschrikkelijk. Een rijk land als Nederland onwaardig. Een kabinet dat dit laat gebeuren – van welke politieke kleur dan ook – verdient het niet te regeren,” aldus Wilders.
Ook in de rest van Nederland zien steeds meer mensen zich genoodzaakt een beroep te doen op de voedselbank. Koos van Huis van Voedselbank Groningen zei tegen RTL Nieuws dat het aantal aanmeldingen ‘explosief toeneemt’. Vooral jongeren melden zich.
Echt schrijnende verhalen
In Drenthe is het aantal mensen dat afhankelijk is van de voedselbank met 40 procent gestegen.
Afgelopen maand werd bekend dat het Rode Kruis in meerdere provincies voedselpakketten uitdeelt aan arme gezinnen met kinderen.
“We horen echt schrijnende verhalen van mensen die de hele week alleen maar pannenkoeken eten, omdat ze geen geld hebben voor fruit of groente,” zei Nicole van Batenburg van het Rode Kruis. “We horen ook van ouders dat ze zelf niet meer eten zodat hun kind wel met een volle maag naar school kan.”
Miljoen Nederlanders onder armoedegrens in ons steenrijke en gave land
En dat is al jaren hetzelfde
Door de hoge inflatie en de daarbij achterblijvende loonstijging daalt de koopkracht in doorsnee 6,8% in 2022. Daarbij is er inflatie-ongelijkheid: hoe lager het inkomen, hoe sterker de financiële last van de inflatie wordt gevoeld. Het standaard koopkrachtbeeld is gebaseerd op de gemiddelde inflatie en houdt dus geen rekening met dit soort verschillen tussen huishoudens.
In Nederland hadden vorig jaar bijna een miljoen mensen te maken met armoede, blijkt uit cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dat is net iets minder dan 6 procent van de bevolking.
De armoede in ons land nam tijdens de kredietcrisis flink toe: naar 1,2 miljoen mensen in 2013. In de jaren erna daalde het aantal naar minder dan 900.000 personen in 2017. Dat kwam neer op 5,4 procent van de Nederlanders. Sindsdien schommelt het aandeel mensen in armoede tussen de 5,5 en 6 procent.
Het CPB publiceert voor het eerst een raming van de ontwikkeling van de armoede in Nederland. De armoede neemt toe: door de inflatie is steeds meer geld nodig om aan de basisbehoeften te kunnen voldoen, terwijl de inkomens beperkt stijgen. Als gevolg hiervan stijgt de armoede in personen in 2023 tot 7,6%, voor kinderen is dat zelfs 9,5%. Net als voor de koopkrachtcijfers geldt dat deze cijfers de werkelijke problematiek nog onderschatten.Exacte cijfers over dit jaar zijn er nog niet. Wel hebben het CPB en SCP een inschatting gemaakt. Ze verwachten dat de armoede flink toeneemt in 2022, naar 1,1 miljoen mensen. Oorzaak hiervan is de hoge inflatie. Onder meer gas, stroom, brandstof en boodschappen zijn flink duurder geworden. Naar verwachting daalt de armoede volgend jaar weer flink doordat het kabinet per 1 januari maatregelen neemt. Zo komt er een prijsplafond voor energie, worden minimumlonen en uitkeringen verhoogd en wordt de inkomstenbelasting verlaagd.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Economische groei valt terug na sterk herstel (bbp, groei %) | -3.9 | 4.9 | 4.6 | 1.1 |
Arbeidsmarkt blijft krap (werkloosheid, % beroepsbevolking) | 4.9 | 4.2 | 3.4 | 3.9 |
Hoge inflatie door energieprijzen (cpi, %) | 1.3 | 2.7 | 9.9 | 4.3 |
Statische koopkracht hard onderuit (%) | 2,5 | 0,3 | -6,8 | 0,6 |
Overheidstekort verbetert door tijdelijke factoren (% bbp) | -3,7 | -2,6 | -0,9 | -1,1 |
De schatting laat zien dat de armoede dit jaar en komend jaar toeneemt, de stijging is nog groter wanneer we corrigeren voor het feit dat energiekosten een relatief groot aandeel hebben in het basisbudget. Door de hoge inflatie stijgt het aandeel personen in armoede tot 7,6% in 2023, voor kinderen is dat zelfs 9,5%. Net als voor de koopkrachtcijfers geldt dat deze cijfers de werkelijke problematiek nog onderschatten, omdat het budgetaandeel van energie in de basisbehoeften relatief groot is, en de prijsstijgingen rond de armoedegrens dus harder aankomen. Wanneer we hiervoor corrigeren, stijgt de armoede in Nederland tot 8,1% en 9,8% van de kinderen.
Inflatie kan dalen in 2023
Als de energiecrisis niet verder escaleert, daalt de inflatie (cpi) van 9,9% dit jaar naar 4,3% komend jaar. Hoewel de inflatie enigszins verbreedt naar andere componenten zoals voedsel, blijft de inflatie eerst en vooral gedreven door de energieprijzen, in het bijzonder die van gas. Deze raming is gebaseerd op marktverwachtingen van de gasprijs, die volgend jaar een lichte daling laat zien, maar nog steeds ruim boven het niveau van de afgelopen jaren blijft liggen. Deze ontwikkeling blijft uiteraard zeer onzeker.
Gevolgen van de armoede is dat één op de tien huishoudens te weinig geld heeft om het huis genoeg te verwarmen. Evenveel gezinnen kunnen geen warme maaltijd met om de dag vlees of vis betalen. Een aantal van hen is afhankelijk van de voedselbank.
Effecten nieuwe maatregelen: armoede kan dalen, SCP plaatst kanttekeningen
In de Macro-Economische Verkenningen (MEV) van 20 september 2022 heeft het Centraal Planbureau (CPB), samen met het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), de nieuwe ramingen van de armoedecijfers voor de periode 2021 tot en met 2023 gepubliceerd. Dankzij de koopkrachtmaatregelen die het kabinet op Prinsjesdag bekend heeft gemaakt lijkt het aantal mensen en kinderen dat in Nederland onder de armoedegrens leeft – na een flinke stijging in 2022 – in 2023 te dalen.
In 2023 zouden dan naar schatting ruim 830.000 mensen (4,9%) onder de armoedegrens leven. Het aantal kinderen dat in armoede leeft in Nederland neemt af tot iets minder dan 220.000 (6,7%).
Omdat de aangekondigde maatregelen uitsluitend financieel zijn en misschien niet voortdurend van aard, plaatst het SCP wel een aantal kanttekeningen bij deze daling:
- Er is een reële kans dat een deel van de steun die op dit moment geboden wordt, in de toekomst (deels) weer wordt ingetrokken. In dat geval zal het gunstige effect van dit steunpakket slechts tijdelijk zijn.
- De intensiteit van de armoede speelt ook een rol. Let erop dat niet alleen de mensen worden geholpen bij wie dat relatief gemakkelijk gaat. Heb ook oog voor de groep met de hardnekkigste problemen.
- Tot slot is het belangrijk te constateren dat armoede niet alleen een kwestie is van financieel niet rond kunnen komen, maar ook kan leiden tot gezondheidsproblemen en/of sociaal isolement. Bij het terugdringen van armoede dienen ook de sociaal-maatschappelijke effecten meegenomen te worden.
Veel kinderen leven in armoede
Opvallend is dat de armoede onder kinderen relatief groter is dan onder volwassenen. Zo leefde vorig jaar 7,2 procent van de kinderen in Nederland in armoede. De geldproblemen onder alle leeftijdsgroepen samen kwam toen uit op 5,7 procent. Dat relatief meer kinderen arm zijn, komt onder meer doordat een deel van de ouders tijdelijk stopt met werken of minder uren maakt na de geboorte van het kind.
Sinds 2013 is de armoede onder kinderen bijna elk jaar gedaald. In dat jaar leefden 350.000 kinderen in armoede, wat neerkomt op 10,2 procent van het totaal. Vorig jaar was dat afgenomen naar 7,2 procent. De verwachting is dat dit jaar de armoede flink stijgt tot 9,2 procent, oftewel 301.000 kinderen. Door de kabinetsplannen daalt het aandeel arme kinderen komend jaar waarschijnlijk naar 6,7 procent.
Vaak problemen bij mensen in de bijstand
Wie een uitkering heeft, loopt het grootste risico op armoede. Vooral als je in de bijstand zit, is het moeilijk om rond te komen. Van de 507.000 huishoudens die met armoede te maken hebben, moet meer dan de helft (268.000) rondkomen van een uitkering (exclusief AOW’ers). Onder werkenden blijft dat aantal ‘beperkt’ tot 168.000, met een relatief groot aandeel voor zzp’ers.
Huishoudens met een niet-westerse migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd in de armoedecijfers. Meer dan een op de vijf huishoudens uit deze groep heeft een laag inkomen. De grootste problemen zijn er bij mensen van Syrische afkomst, van wie 54 procent met armoede te maken heeft. Huishoudens met een Eritrese achtergrond hebben in 40 procent van de gevallen te weinig geld.
Ook huishoudens met een westerse migratieachtergrond hebben moeite met rondkomen. Daarbij vormen mensen van Bulgaarse komaf met bijna 20 procent een negatieve uitschieter.
.
Misschien bent u ook geïnteresseerd in: |