De echte geschiedenis van Zwarte Piet
Aan de figuur van Sinterklaas zoals wij die kennen, ligt een concreet historisch individu ten grondslag, een oudchristelijke heilige. De geschiedenis van zijn schelmachtige knecht is ingewikkelder. De tegenstanders van Zwarte Piet beginnen graag met het prentenboekje aan te voeren dat de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman in 1850 uitgaf. De suggestie is dan dat dit het startpunt van de moderne Sint en Piet zou zijn. Inderdaad zien we Sint en Piet hier afgebeeld op de manier waarop we ze nu nog kennen. Deze framing wil het idee in omloop brengen dat de figuur van Zwarte Piet als helper van Sint pas een kleine 170 jaar oud is, uit de tijd dat de slavernij in Suriname nog niet was afgeschaft (dat gebeurde in 1863). Met deze willekeurige associatie brengt men de figuur van Zwarte Piet bewust in de sfeer van identiteitspolitiek en maatschappelijke tegenstellingen.
Heiligman
De feitelijke grondslag hiervoor ontbreekt echter. Om te beginnen kan Schenkman in geen enkel opzicht als de bedenker van Zwarte Piet beschouwd worden, en nog minder als de vormgever van het huidige Sinterklaasfeest. Hij schreef eenvoudigweg over een al bestaande traditie en bevestigt die juist. Dat die niets te maken heeft met de relatie die tegenstanders van Zwarte Piet zo graag willen leggen, namelijk die tussen huidskleur en de meester-knechtverhoudingen, blijkt wel uit het Leesboek voor de jeugd uit 1802, een halve eeuw eerder. Dit boek spreekt afkeurend over een blijkbaar oude gewoonte in Nederland om met Sinterklaas (6 december) zwartgemaakte “kerels… die dan dien Heiligen moesten verbeelden” met rammelende kettingen langs huizen te sturen om kinderen bang te maken. “De zoete kinderen gooiden ze lekkers toe, en sloegen vaak de stoute jongens, welken zij ook eene roede brachten.” Zwarte Piet-gedrag in optima forma dus, maar hier uitgevoerd door de heiligman. Hier is het de heilige zelf die zo ‘zwart is als roet’!

Knecht
Deze volkstraditie, waarbij mensen zich zwart schminken in midwintertijd, komt in heel Europa voor. Alles wijst op een voorchristelijk gebruik dat met Sint en Piet een gekerstende vorm kreeg. Daarbij lag de rolverdeling niet eens vast. In Nederland zijn zwarte sinterklazen, zoals hierboven beschreven, op tal van andere plaatsen voorgekomen. Hetzelfde geldt voor de landen om ons heen. Zwarte Piet verbinden met de slavernij van Afrikanen in de Nieuwe Wereld raakt dus kant noch wal. De zwartheid van Zwarte Piet heeft niets te maken met zijn ondergeschiktheid als knecht van Sint. Het leggen van deze relatie berust op een moderne projectie, die mensen nodeloos tegen elkaar opzet.